Diamant

Diamant

De naam Diamant kreeg deze steen door zijn hardheid, die in het Grieks Ademas “de onbedwingbare” betekent. Er is niets op de wereld vergelijkbaar met de hardheid van diamant. Diamant heeft de hardheid 10 op de schaal van Mohs. Maar de slijphardheid is nog 140 x hoger dan die van Saffier (Korundgroep) welke hardheid 9 is op de schaal van Mohs. Maar door de verschillende kristalvlakken is de diamant niet overal gelijk, waardoor hij uitsluitend te slijpen is met diamantslijppoeder. Diamant kan in vele kleuren voorkomen; kleurloos, geel, bruin, soms groen, blauw, roodachtig en zwart. De kristallen zijn kubisch vooral octaëders maar er bestaan ook varianten daarop. De waarde van de diamant wordt bepaald door de 4 C’s; Cut (slijpvorm), Carat (gewicht), Color (kleur), Clarity (zuiverheid). Enkele belangrijke vindplaatsen; Zuid-Afrika, Siberië, India, Brazilië en soms ook Borneo.
Enkele belangrijke naam bepalende slijpvormen zijn; Briljant, Baguette, Roos, Oud-slijpsel, Bolsjewiek en Markies. Enkele belangrijke kleur specificaties; D/E (fijn wit), E/F, G, H(wit). I, J, K/L(gelig), M/N, O/P (geel/bruin) etc. de kleuren A, B en C hebben ze nog niet gevonden. Voor alle waardebepalingen van de Diamant hanteren we tegenwoordig de GIA-normen. Zodat deze overal op de wereld gelijkwaardig worden beoordeeld en gewaardeerd.